Nieuws

Nieuw advies voor kalibemesting in mais

Gepubliceerd op
1 april 2019

Veldproeven hebben geleid tot een nieuw kalibemestingsadvies. Dit advies is afhankelijk van maisopbrengsten. Voor opbrengsten van 16 of 20 ton droge stof per hectare is 160 of 200 kg kali per hectare nodig. Vaak is de kali bij een dierlijke mestgift van 30-35 m3 per hectare voldoende. Bij bodemkengetallen boven de 60 volstaat een lagere kaligift. Rijenbemesting met (kunst)mestkali leidt niet tot een betere benutting van kali.

De eerste kalibemestingsadviezen voor mais zijn meer dan 40 jaar geleden ontwikkeld. Ze waren deels gebaseerd op aardappel- en korrelmaisproeven en zijn daarna nauwelijks gewijzigd. Wijzigingen in grondonderzoeksmethoden en maisrassen met een veel hogere productie waren redenen om het advies te herzien. Ook het feit dat adviseurs vaak een aanvullende gift met kunstmestkali adviseerden was een belangrijke aanleiding om het kali-advies onder de loep te nemen.   

Proeven

In opdracht van ZuivelNL zijn tussen 2015 en 2017 twee typen bemestingsproeven uitgevoerd. Op drie locaties zijn detailproeven (met veel K-trappen) uitgevoerd om vast te stellen hoe mais reageert op kalibemesting. Ook is het effect onderzocht op de plaatsing van kali ten opzichte van de maiswortel in de rij. Verder zijn er op twintig praktijkbedrijven op twee percelen gedurende twee jaar kleine proeven uitgevoerd om het effect van de bodemtoestand op de kalibehoefte van mais te onderzoeken.

Leren van proeven

De bemestingsproef blijkt dat kali, zelfs bij lage kalitoestanden, slechts een klein effect heeft op de opbrengst. Giften van 40 tot 80 kilo kali zijn voldoende voor een maximale opbrengst. Ook is er geen effect waargenomen van mest en kunstmestplaatsing in de rij op de opbrengst. Wel nam de kali-onttrekking door het gewas toe en was bij hogere bodemtoestanden de kali-onttrekking veel hoger. Uit de proeven blijkt dat er een kritisch K-gehalte was van ongeveer 10 gram K2O per kilogram drogestof, ofwel 10 kilogram K2O per ton droge stof. De kali-adviezen kunnen dus omlaag. Deze resultaten geven aan dat het effect van kali in de bodem op de gewasopname goed te beschrijven is met een parameter (K-CaCl2). De bodemparameter kleihumus complex (CEC) is een maat is voor de adsorptie/ buffering. Het meenemen van deze parameter had voor het kali-advies geen meerwaarde.

Het nieuwe advies

Op basis van de resultaten is door de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) een nieuw advies opgesteld met de kenmerken:

  • Een kali-advies voor mais voor alle grondsoorten
  • Tot een K-CaCl2 van 60 mg K/ kg grond bemesten op onttrekking
  • Boven een K-CaCl2 van 60 mg K/ kg grond kan er gekort worden
afbeeldingbemestingsadvies.JPG

 Praktische tips

  • Neem een mestmonster voordat u maisland gaat bemesten. Mestplaatsing in de rij biedt geen voordelen vanuit oogpunt van kalibenutting, maar het is wel zinvol voor een goede P- en N-werking van de mest.
  • Rijdt pas mest uit op uw percelen als de draagkracht voldoende is en werk met een aangepaste lage bandenspanning. Dat voorkomt structuurschade. Mais is zeer gevoelig voor opbrengstderving als gevolg van structuurschade.
  • Denk ook aan zwavelbemesting bij mais