category_news
OptiLac: Beslismodel voor duurmelken bij melkvee
Critici van duurmelken beweren dat het uitstellen van inseminatie financieel nadelig is vanwege misgelopen melkopbrengsten. Aan de andere kant benadrukken voorstanders de voordelen, waaronder minder kalveren, verminderde gezondheidsproblemen en lagere kosten. Eerdere studies hebben aangetoond dat de voordelen van het later insemineren per koe sterk kunnen variëren.
In het nieuwe onderzoeksproject OptiLac van Wageningen University & Research (WUR) wordt dan ook getracht een beslismodel te ontwikkelen om voor individuele koeien de optimale lactatielengte te bepalen.
Melkvee
Sjoerd Hofstee schreef hierover in het vakblad Melkvee:
In het project Lactatie op Maat werden vier jaar lang dertien melkveebedrijven gevolgd en data verzameld bij ruim 150 koeien op de Dairy Campus in Leeuwarden. Op basis van dit onderzoek is geconcludeerd dat duurmelken bij vaarzen erg goed gaat. „Bijna alle vaarzen hebben een zeer persistente lactatie en houden hun melkproductie goed vast. Tot aan 200 dagen in de lactatie konden we wachten met insemineren zonder dat de melkproductie per dag, de tussenkalftijd of vervetting verschilde met vaarzen die we na 50 dagen in de lactatie hadden geïnsemineerd”, licht projectleider Ariëtte van Knegsel toe.
"Het uitstellen en daarmee verminderen van afkalfmomenten is een belangrijk argument om duurmelken toe te passen. De periode rondom de geboorte van een kalf is de meest intensieve periode voor een vaars of koe en bovendien zijn bovenmatig veel kalveren niet per se gewenst.
„In Duitsland loopt momenteel ook een onderzoek dat zich richt op de biologische sector en duurmelken met als hoofdreden te kijken naar het verminderen van het aantal geboortes én kalveren”, weet Van Knegsel, die contact onderhoudt met verschillende onderzoeksgroepen wereldwijd.
Nog meer dan in Nederland speelt in andere landen vaak dat kalveren die niet voor de aanwas nodig zijn, meer een last dan een lust zijn. Bovendien wordt het moeten afzetten van kalveren gezien als een toenemend probleem voor het imago binnen de melkveehouderij.
Melkgeld en kosten
Terug naar de nadelen en de kritiek op het duurmelken. Niet onterecht stellen criticasters dat uitstel van insemineren vaak melk en daarmee melkgeld scheelt. Minder dan een jaar geleden rekende onder anderen Henk Hogeveen van WUR nog uit, gebaseerd op data van heel 2021 van de Nederlandse melkveestapel, dat een bedrijf met 100 melkkoeien bijna 14.000 euro minder melkgeld binnenkrijgt wanneer de tussenkalftijd op 410 dagen ligt ten opzichte van 365 dagen.
Taboe
Van Knegsel kent de berekening en alle andere kritische kanttekeningen. Ze kloppen volgens haar als het gaat om derving van melkgeld. „Bijna alle adviseurs vertellen melkveehouders dat een lage tussenkalftijd heel efficiënt werkt en je daarmee het best een hoge melkgeldopbrengst kunt halen. Dat klopt ook. De kracht van deze modelberekeningen is dat ze gebaseerd zijn op grote datasets, het nadeel is dat er vaak geen informatie beschikbaar is over de kosten voor ziektebehandelingen, of redenen waarom koeien een lange of een korte tussenkalftijd hadden. Daarnaast lijkt het wel alsof er een taboe op rust om heel bewust later te insemineren. Dit terwijl minder kosten, minder arbeid en meer werkplezier financieel en mentaal mogelijk wel meer waard zijn dan inzet op maximale melkopbrengst. Dat is dus vooral iets wat elke melkveehouder voor zichzelf moet afwegen.”
Het werkt niet om een bepaald aantal kilo’s melk per koe aan te houden, aldus Ariëtte van Knegsel.
Bekijk hier het volledige artikel in Melkvee februari 2024 (voor abonnees):
Nieuwe Oogst
Ook Nieuwe Oogst besteedt in februari aandacht aan het project OptiLac.
"Duurmelken is in de Nederlandse geitenhouderij al ingeburgerd. Melkveehouders zijn terughoudender. Toch bestaat er een kleine groep die bewust langer wacht met de eerste inseminatie na afkalven.
Dat zijn niet alleen bedrijven met een hoge productie. Ook biologische bedrijven, bedrijven met een lage melkproductie per koe en bedrijven met Jersey's of MRIJ-koeien passen het toe. Tegelijkertijd blijft voor veel melkveehouders een korte tussenkalftijd (TKT) een belangrijk streven. 'Ik proef in de praktijk soms nog een taboe op een lange TKT', zegt Van Knegsel.
Rekenmodellen waarbij de balans vaak naar een korte TKT doorslaat, hebben volgens de onderzoeker vooral oog voor de hogere opbrengsten (melk, kalveren). 'De hogere kosten komen vaak niet goed in beeld. Arbeidsgemak of arbeidsplezier evenmin.' Volgens Van Knegsel blijft een korte TKT een goed streven. 'Daarmee is niet gezegd dat een verlengde lactatie slecht is.'
Lees hier het hele artikel in Nieuwe Oogst van 8 februari 2024.
Grote interesse
Het project 'OptiLac' geniet grote interesse vanuit de sector gezien de betrokkenheid bij het project van Lely, CRV, ForFarmers, ZuivelNL, het Melkveefonds en het ministerie van LNV. Het vierjarig project moet uiteindelijk een beslismodel opleveren dat per individuele koe de optimale lactatielengte gaat bepalen.
Veehouders met interesse in duurmelken kunnen zich nog aanmelden voor het project 'OptiLac' door een mail te sturen aan eline.burgers@wur.nl.