Project

BioDiverseMelk

In dit onderzoek wordt kennis over kruiden en de benutting van bioactieve componenten vergaard en verspreid zodat veehouders deze effectief kunnen inzetten. Het doel daarbij is lagere emissies van methaan en stikstof, betere diergezondheid, biodiversiteit en melkkwaliteit zonder negatieve neveneffecten.

De Nederlandse melkveehouderijsector wil internationaal koploper zijn op het gebied van gezonde en duurzame voeding, daarbij zorgdragen voor landschap en natuur. Om dit te bereiken heeft de sector ambitieuze doelen gesteld ten aanzien van een betere bodemvruchtbaarheid, vergroting en benutting van biodiversiteit, vermindering van broeikasgas-emissies en ammoniak.

Werking kruiden

Kruidenrijk grasland en kruiden als onderdeel van het rantsoen van melkvee kan, mits goed vakkundig ingezet, bijdragen aan lagere ammoniak-, methaan- en lachgasemissies en nitraatuitspoeling en een betere diergezondheid en melkkwaliteit. Dit komt doordat kruiden secundaire plant metabolieten (SPM) bevatten zoals polyfenolen (condensed tannines), polyphenol oxidases (PPOs), terpenen, flavonoïden, saponinen, glycosiden, vetzuren en essentiële oliën. Deze SPM uit kruiden hebben effect op de samenstelling van de microbiële populatie in de pens en daarmee op het verteringsproces. Dit kan uiteindelijk resulteren in een verminderde emissie van methaan en een betere benutting van voereiwit door een langzamere afbraak en hogere eiwitbestendigheid en een verminderde excretie van stikstof met de urine. De positieve effecten van kruiden beperken zich niet tot het dier maar hebben ook invloed op de bodem. Aucubine (uit o.a. weegbree en cichorei) is een natuurlijke nitrificatieremmer die de nitraatuitspoeling en vorming van lachgas kan verminderen.

Diergezondheid en melkkwaliteit

Secundaire plant metabolieten hebben in potentie ook positieve effecten op de diergezondheid. Bijvoorbeeld hebben sommige kruiden een anthelmintische werking die de ontwikkeling van maagdarmwormen remt. Dit aspect is belangrijk vanwege de toenemende resistentie tegen antiwormmiddelen en de mogelijke negatieve effecten van deze middelen op de insectenpopulaties. Sommige SPM hebben een bacterieremmende werking op pathogene bacteriën. Daarnaast hebben polyfenolen een ontstekingsremmende, immuunmodulerende en antioxidantwerking die de gezondheid van herkauwers kunnen bevorderen. Functionele componenten in kruiden kunnen ook een positief effect hebben op de melkkwaliteit resulterend in een grotere fractie onverzadigde vetzuren (CLA’s) in melkvet. Helaas zijn er ook negatieve effecten van SPM op de melkkwaliteit bekend. Sommige graslandkruiden en grassen (o.a. rode klaver, luzerne, kropaar) bevatten SPM die tot de fyto-oestrogenen (FE) behoren. Deze FE die worden uitgescheiden in de melk kunnen hormoonverstorend werken met een risico op onvruchtbaarheid en kanker in oestrogeen gevoelige organen als gevolg.

Kennisverspreiding

Samenwerking met

Achtergrondinformatie