Nieuws

Routekaart klimaatslimme melkveehouderij

Gepubliceerd op
28 maart 2019

De melkveehouderij zal moeten inspelen op klimaatveranderingen en de uitstoot van broeikasgassen terugdringen. Voor de ontwikkeling op lange termijn is een routekaart ontwikkeld.

Klimaatverandering heeft op twee manieren effect op de melkveehouderij. In de eerste plaats zal de sector de uitstoot van broeikasgassen als kooldioxide, methaan en lachgas fors moeten terugdringen. Dit wordt ook wel klimaatmitigatie genoemd. Daarnaast zal klimaatverandering ook effect hebben op de melkveehouderij zelf. De sector zal er tijdig op moeten inspelen via maatregelen voor klimaatadaptatie.  

Klimaatslimme melkveehouderij

Een klimaatslimme melkveehouderij is een melkveehouderij die de uitstoot van de broeikasgassen vermindert, maar tegelijkertijd ook zorgt dat de kwetsbaarheid voor de klimaatverandering verminderd wordt. In het rapport 'Klimaatslimme melkveehouderij' worden de opgaven en mogelijkheden voor de Nederlandse melkveehouderijsector in kaart gebracht.  

Klimaatmitigatie

Wat betreft de reductie van broeikasgassen staat de sector voor een forse opgave. Zo moet Nederland de totale uitstoot van broeikasgassen in 2030 terugdringen met 49% ten opzichte van 1990, en met 95% in 2050. De melkveehouderij zal daar ook een bijdrage aan moeten leveren. Ook binnen de EU gelden vergelijkbare normen. Op sectorniveau heeft de Duurzame Zuivel Keten (DZK) zich ten doel gesteld de broeikasgasemissies uit de zuivelketen vanaf 2011 niet meer te laten stijgen. Hiermee wordt voldaan aan 20% reductie in 2020 ten opzichte van 1990.

Klimaatadaptatie

Voor klimaatadaptatie liggen er andere uitdagingen. Zo zullen in Nederland de gemiddelde temperatuur en kooldioxide-concentraties in de lucht stijgen en neerslagpatronen veranderen. Daarnaast neemt de kans op weersextremen toe, zoals langdurige droogte, extreme regenbuien, hagel en onweer, en meer hittedagen in de zomer. Die veranderingen kunnen invloed hebben op de bedrijfsvoering: op grasgroei, ziekten en plagen, diergezondheid, prijzen van grondstoffen of andere bedrijfsaspecten. Zo kan het zijn dat de grasproductie toeneemt, maar dat de verteerbaarheid van gras bij langdurige droogte afneemt. Of dat er bij extreme neerslag minder groeidagen zijn en de uitspoeling van nutriënten toeneemt. Ook kunnen er problemen ontstaan door ziekten en plagen bij planten of een toename van veeziekten. Veranderingen in het weer kunnen dus een positief effect hebben op het toekomstig bruto bedrijfsresultaat, maar het kan ook zijn dat weersextremen dit positieve effect te niet doen.

Routekaart

De melkveehouderijsector zal wat moeten doen. Als de sector niets doet, zo schrijven de opstellers van het rapport, dan zal de vermindering van de emissie niet genoeg zijn. Het totale emissievolume is de afgelopen jaren zelfs toegenomen door de toename van de melkproductie. In het rapport zijn diverse maatregelen beschreven om de emissie van broeikasgassen te verminderen en de klimaatbestendigheid van melkveebedrijven te verbeteren. De opstellers van het rapport hebben een routekaart ontwikkeld voor inpassing van mitigatie- en adaptatiemaatregelen op de korte (2030) en middellange (2050) termijn. Op de korte termijn worden maatregelen ingezet die praktijkrijp zijn, geen of lage kosten hebben zoals reductie van methaan en lachgas via voer- of mestmanagement, of koolstofvastlegging in de bodem. Op middellange termijn worden maatregelen ingezet die op dit moment nog niet praktijkrijp of erg kostbaar zijn. Je kunt denken aan nieuwe technieken om de uitstoot van methaan en lachgas te verminderen of het fokken op dieren met minder methaanemissie.

Bron: www.groenkennisnet.nl