Nieuws

Het succesvol toepassen van nieuwe mestproducten bij de bemesting van gewassen

Gepubliceerd op
23 april 2024

In het project Betere Stal, betere mest, betere oogst wordt onderzocht hoe door scheiding van urine en feces in de stal, ammoniak- en methaanemissies kunnen worden beperkt. Hierdoor ontstaan nieuwe mestproducten. Het is belangrijk om na te gaan hoe deze nieuwe mestproducten succesvol kunnen worden toegepast bij de bemesting van gewassen. Op basis van eerste meetresultaten van de samenstelling van deze producten is een modelmatige verkenning uitgevoerd naar de landbouwkundige en milieukundige effecten van deze producten.

Bij de toepassing van mestproducten in teelten is de stikstofwerking een belangrijke parameter. Uit deze verkenning bleek dat de geschatte stikstofwerking van de urinefracties bij ondiepe injectie op grasland, in het eerste jaar uiteen liep van ruim 70% tot bijna 90%. Bij toediening met diepe injectie op bouwland is de geschatte N-werking 2-4% hoger. Dit heeft te maken met het feit dat dat er in dit geval minder ammoniakemissie plaatsvindt. De N-werking van de urinefracties van varkens en kalveren is hoger dan die van melkvee. Dit wordt vooral veroorzaakt door een hoger aandeel organische N in de totale N bij de melkveeproducten.

Bij de fecesfracties is vooral gekeken naar gebruik op bouwland bij aardappelen en mais. De geschatte stikstofwerking bij de melkvee- en kalvermestproducten varieerde in het eerste jaar tussen circa 20% en ruim 35%, bij de varkensmestproducten werd de stikstofwerking in het eerste jaar geschat op circa 45%. Indien fecesfracties als vaste producten worden toegediend is snel inwerken belangrijk, de ammoniakemissie wordt hierdoor verlaagd. Dit kan overigens alleen op bouwland. Een andere mogelijkheid is het verpompbaar maken van de fecesfractie (door deze bijvoorbeeld te vergisten), waardoor deze op zowel grasland als bouwland emissiearm kan worden toegediend.