Nieuws

Is kosteneffectieve methaanreductie mogelijk in de praktijk?

Gepubliceerd op
1 juli 2022

Binnen project Koeien & Kansen werken de deelnemers aan de toekomstige milieudoelen voor stikstof, broeikasgassen en biodiversiteit. Daarbij worden de technische en economisch effecten van maatregelen om aan de toekomstige doelen te voldoen in beeld gebracht. Vanuit de klimaatopgave wordt de melkveehouderij uitgedaagd om het broeikaskasgas methaan te reduceren. De vraag hierbij is of dit ook kosteneffectief kan? En zijn de kosten in verhouding met het doelbereik?

Wijziging voerstrategie

Dat was de kernvraag van Koeien & Kansen deelnemer Johan Dekker naar aanleiding van hun eerste ervaringen met een tijdelijk aangepast rantsoen gericht op de reductie van methaan. In het najaar van 2021 is Dekker gestart met een aangepast rantsoen binnen de toen geldende praktische mogelijkheden om 12% methaanreductie te behalen. De tijdelijke rantsoenaanpassingen hadden een positief effect op de reductie van de methaan, maar waren niet goed voor de portemonnee. Deze constatering zette de familie Dekker aan tot denken. Ze gingen nadenken over een nieuwe voerstrategie die wel kosteneffectief zou kunnen werken en berekende deze door voordat ze hun voerstrategie daadwerkelijk in de praktijk zullen gaan aanpassen.

Sturen op ruwvoerkwaliteit

Voor het realiseren van methaanreductie zal het sturen op de ruwvoerkwaliteit het grootste effect geven. De wijziging van de voerstrategie is daar dan ook vooral op gericht. Dekker kiest in de berekening voor meer weiden, lichter maaien en meer mais aankopen in plaats van graskuil. Daarnaast wordt met een methaanarm krachtvoer van 0,3 kg ds vet per koe per dag en 2 kg ds maisglutenvoer per koe per dag het rantsoen verder geoptimaliseerd voor de reductie van de methaanemissie. Dit betekent dat Johan z’n handelsgeest enigszins moet laten varen, omdat hij als intensief melkveebedrijf altijd voermarkt nauwlettend in de gaten houdt om zo interessante partijen graskuil en bijproducten aan te kunnen kopen. Bij de methaanreductiestrategie kiest Dekker in deze berekening ervoor om structureel maisglutenvoer en voeraardappelen als bijproduct te voeren in plaats van witlofwortelen en tarwegistconcentraat. Maar daarnaast moeten ze ook de invulling van de beweiding drastisch wijzigen. De huiskavel is nu maar voor een deel beweidbaar en de opname aan vers gras kan in de nieuwe strategie, waarbij meer beweiding plaatsvindt met 10% toenemen.

Technische en economische impact

Tabel 1: *B+11.0 = beweiding 11 kg bijvoeding - Klik op de afbeelding voor een vergroting
Tabel 1: *B+11.0 = beweiding 11 kg bijvoeding - Klik op de afbeelding voor een vergroting

De wijzigingen in de bedrijfsvoering zijn doorgerekend met BBPR (BedrijfsBegrotingsProgramma voor de Rundveehouderij). De technische uitkomsten zijn in tabel 1 weergeven, waarbij de wijzigingen zijn weergeven ten opzichte van de uitgangssituatie. Met de toch ingrijpende wijziging van de voerstrategie is een flinke reductie op de emissie van methaan te behalen van 18,6%. De afname van de eigen ruwvoerproductie door de extra beweiding en het lichter maaien moet worden gecompenseerd met de aankoop van gras- en maiskuil. De afname van het aandeel graskuil in het rantsoen biedt ruimte voor voerdermiddelen met een hogere voederwaarde, zoals snijmais en bijproducten, waardoor ook minder krachtvoer nodig is voor een gelijke melkproductie. De totale droge stofopname van de veestapel is voor het handhaven van de melkproductie, dat als uitgangspunt is gekozen voor deze berekening duidelijk lager, waardoor de mestproductie ook daalt. De bedrijfseconomische resultaten staan weergegeven in tabel 2. Bij ongewijzigde opbrengsten zijn het vooral de wijzigingen in de toegerekende kosten die de arbeidsopbrengst doen stijgen met € 15.000,-. De niet-toegerekende kosten wijzigen op de verschillende onderdelen, maar blijven per saldo nagenoeg gelijk.

Tabel 2: Klik op de afbeelding voor een vergroting
Tabel 2: Klik op de afbeelding voor een vergroting

En nu?

Deze indicatieve uitkomst laat zien dat op het melkveebedrijf van de familie Dekker kosteneffectief gewerkt kan worden aan de methaanreductie. Als intensief bedrijf kan het aankoopbeleid van voedermiddelen worden afgestemd op het reduceren van methaan en met het vervoederen van meer vers gras wordt ook de methaanemissie gunstig beïnvloed. In 2022 is met een aangepaste beweidingsstrategie al de ervaring dat de koeien een grotere hoeveelheid weidegras aankunnen. Ook het eerder starten van de beweiding in het voorjaar wordt gezien als mogelijkheid. De familie Dekker heeft dus al de eerste stappen gezet naar de reductie van methaan en verbetering van het inkomen. De strategieaanpassing leidt ook niet tot hogere ammoniakemissies, omdat de weidegang toeneemt en het RE in het rantsoen afneemt. Verder is afname van 18,6% van de methaanemissie een mooie stap. De overheid heeft een hogere reductie als doel gesteld. De verwachting is dat de extra methaanreductie ook tot extra kosten zal leiden.